Het was een typische zaterdagochtend toen Michel voor het eerst oog in oog stond met de vrouw van zijn nieuwe buurman. Hij had net zijn gazon gemaaid en zat op zijn voordeur uit te rusten toen hij haar zag langs de straat lopen. Ze was absoluut prachtig – met lange, golvende haren en een vriendelijke glimlach op haar gezicht.
Michel kon niet helpen maar staren toen ze voorbij liep, en voordat hij het wist was hij verliefd geworden op haar. Hij probeerde zijn gevoelens opzij te zetten, zichzelf te vertellen dat het verkeerd was om zo sterk te voelen voor een vrouw die getrouwd was met iemand anders. Maar hoe hard hij ook probeerde, hij kon haar gewoon niet uit zijn hoofd zetten.
In de weken daarna dacht Michel voortdurend aan de vrouw van zijn buurman en vroeg hij zich af of hij ooit de kans zou krijgen om bij haar te zijn. Hij wist dat hij niet gewoon naar haar toe kon lopen en haar vertellen hoe hij zich voelde, dus probeerde hij tevreden te zijn met alleen maar naar haar kijken vanuit de verte.
Op een dag kwam het lot echter tussenbeide. De vrouw van de buurman was aan het wandelen toen ze struikelde en viel, waarbij ze haar enkel verstuikte. Michel holde naar haar toe om haar te helpen, en terwijl hij haar terug naar haar huis bracht, kon hij de sterke verbinding tussen hen niet ontkennen.
Vanaf dat moment waren Michel en de vrouw van zijn buurman onafscheidelijk. Ze wisten dat ze niet openlijk samen konden zijn, maar ze vonden manieren om elkaar te zien zodra ze de kans kregen. Het was niet makkelijk, maar ze wisten allebei dat hun liefde het risico waard was. En uiteindelijk realiseerden ze zich allebei dat ze in elkaar hun zielsverwant hadden gevonden.