Nederlandse vertaling: Taco Hoekwater
van de http://www.polyamory.nl/
Een discussie met een geliefde heeft er voor gezorgd dat ik lang en diep heb nagedacht over de “extra” problemen bij het toevoegen van een derde in een bestaand koppel. Om hierover iets zinnigs te kunnen zeggen, moest ik eerst nadenken over de problemen die aan bod komen in traditionele relatietherapie en de ervaringen van mensen in hun eerste huwelijk. We vergeten vaak hoe belangrijk “labels” zijn voor ons gevoel van veiligheid en overzicht. Als hoe we leven en hoe we ons voelen overeenkomt met onze interne labels, voelen we ons op ons gemak. Als dat niet zo is, zijn we gestressed en voelen we ons onprettig. Natuurlijk varieert dit van persoon tot persoon. Sommige mensen voelen zich heel comfortabel bij onzekerheid in hun leven, terwijl anderen daar helemaal niet tegen kunnen.
Een label met een speciale betekenis is “huwelijk”. Zelfs homoseksuelen die getrouwd zijn (legaal erkend of niet) zijn gevoelig voor sommige problemen die hierdoor boven komen drijven. Dit label is van groot belang bij een eerste huwelijk. Een man neemt zijn vader of een andere grote mannelijke invloed als zijn rolmodel voor hoe hij zich moet gedragen als “Man” en “Vader”. Hij gebruikt zijn moeder (of een andere grote vrouwelijke invloed) als model voor hoe zijn ega zich zou moeten gedragen, als “Vrouw” of “Moeder”. Een vrouw doet precies het omgekeerde. Zoals altijd in menselijke ervaringen, verschilt de toepasselijkheid van dit gedragsmodel sterk van persoon tot persoon.
Het eerste probleem waar een nieuw koppel mee geconfronteerd wordt is dat de verwachting van hoe “ik” mij zou moeten gedragen conflicteert met de verwachting die mijn “ega” heeft. “Mijn” verwachting van hoe mijn ega zich zou moeten gedragen conflicteert weer met haar eigen verwachting van haar gedrag. Dat conflict wordt ofwel uitgewerkt, ofwel het huwelijk eindigt op de een of andere manier als een mislukking (niet alle mislukte huwelijken eindigen in een scheiding). Tweede en latere huwelijken laten vaak zien dat belangrijke lessen geleerd zijn uit het eerste huwelijk, maar niet altijd. Sommige mensen gaan van het ene naar het andere huwelijk, terwijl ze proberen hun ouderlijk gezin te imiteren danwel zich er juist tegen af te zetten. Problemen doemen op in allerlei gebieden: het huishouden, gebruik van geld, hoe vrije tijd wordt besteed, romantiek, seks, beschikbaarheid van goederen enzovoorts. Aan de basis van al deze problemen die moeten worden opgelost om het huwelijk tot een succes te maken ligt het essentiële vraagstuk: “Hoe worden besluiten genomen”.
De beslissing over hoe besluiten genomen worden kan variëren per onderwerp, maar de meeste stellen ontwikkelen snel een bepaalde manier om besluiten te nemen. De gekozen methode varieert van heftige argumentaties tot kalm overleg tot een willekeurige combinatie van bekende methodes. Sommige koppels laten alle beslissingen nemen door een persoon. Andere stellen onderhandelen en sluiten compromissen (“jij mag hierover beslissen, en ik daarover.”). Hoe het ook gebeurt, een succesvol huwelijk regelt een manier om besluiten te nemen die bevredigend is voor alle partijen. Als dat is opgelost, wordt omgaan met andere problemen eenvoudiger. Als het niet wordt opgelost, lijkt het erop of andere problemen nooit volledig afgehandeld worden. Ditzelfde probleem doet zich ook voor bij kamergenoten, maar niet met dezelfde intensiteit als bij het huwelijk. Ook hier zorgt het label ervoor dat er een automatische, onbewuste verandering optreedt in hoe dingen worden geregeld tussen de twee personen. De intensiteit neemt toe. Dingen die irrelevant waren, worden nu situaties die moeten worden opgelost, enzovoorts. Dit is een lastige periode die enkele maanden tot vele jaren kan voortduren, en het succes waarmee de besluitvormingsproblematiek wordt opgelost bepaalt het succes van het huwelijk.
Over het beslissingsproces wordt regelmatig opnieuw onderhandeld naarmate mensen veranderen. Als het originele proces bevredigend was, verloopt de overgang naar een nieuw proces veel soepeler. Ongeacht hoe goed de besluitvorming is uitgewerkt, zorgt de toevoeging van een derde automatisch voor een hernieuwing van het probleem. Het oorspronkelijke koppel heeft de hoofdzaken en naar alle waarschijnlijkheid ook de besluitvorming zelf reeds uitgewerkt. De nieuwe partner moet geïntegreerd worden in dit bestaande systeem. Hoe moet dit gebeuren? In tegenstelling tot een tweepersoons gezin, zijn er nu drie personen die zich goed moeten voelen bij het besluitvormingsproces en bij de beslissingen die al genomen zijn. Het is daarbij een grote hulp als het besluitvormingsproces zelf als eerste wordt aangepakt.
In ons eigen geval leefde onze nieuwe partner met deze aanpak: “Ik kan voorstellen doen, maar mijn partner neemt de beslissingen”. Dat maakte het eenvoudig en moeilijk tegelijkertijd. Wij [SM en ik] namen beslissingen via een consensusmodel. Aangezien onze nieuwe partner niet gewend was om welke beslissingen dan ook te nemen, ging ze altijd akkoord met alles waar wij mee kwamen. Dat was niet goed. We moesten haar erbij betrekken, ervoor zorgen dat ze voor zichzelf uitkwam, en ervoor zorgen dat ze deel ging nemen in het besluitvormingsproces. Wij [SM en ik]hadden besloten dat de huishoudelijke taken verdeeld werden al naar gelang iemand iets graag wilde doen danwel de taak niet erg vond om te doen. Er waren een paar conflicten die werden opgelost door de taak te laten doen door degene die het felst was over hoe de taak gedaan zou moeten worden. Klachten werden heel simpel opgelost. Als het jou niet aanstaat hoe ik het doe, mag je het zelf doen. Financiële zaken waren opgelost in een langzaam proces (het duurde enkele jaren) van het integreren van ons beider financiën en een zorgvuldig onderscheid maken van alle aangeschafte zaken in “mijn” en “jouw”. Andere zaken werden op dezelfde wijze aangepakt. Toen SB in onze familie kwam, waren er nieuwe dingen die zij wilde doen (of niet erg vond om te doen) die ik vroeger had gedaan, dingen die ze wilde doen die SM vroeger had gedaan, en een paar dingen die tot dan toe niet gebeurden, die zij wilde doen. Als ze wilde helpen met iets waar een van ons mee bezig was, lieten we dat toe.
Wat betreft financiële zaken, hielden we haar financiën apart van die van ons en lieten we het aan haarzelf over in hoeverre ze haar geld wilde integreren met dat van ons. Op dit moment is die integratie vrijwel compleet – door haar keus. We hebben hard ons best gedaan om te zorgen dat ze privé-ruimte voor zichzelf had (zoals wij ook ieder hadden). Een en ander verliep niet gladjes. Er was een periode van vijf maanden waarin deze dingen weggestreken werden. Ik vermoed dat dit het meest werd vergemakkelijkt door onze eis dat ze haar wensen duidelijk en eenduidig kenbaar maakte, waarna we met ons drieën overlegden hoe we op haar behoeftes konden ingaan op zo’n manier dat we allemaal tevreden waren met het resultaat. Al met al werkte de toevoeging van een derde in een al bestaand koppel erg goed, er was minder tijd nodig om haar te integreren in het trio dan dat SM en ik bezig waren geweest om tot een redelijk werkende situatie voor ons beiden te komen.
Als ik andere trio’s bekijk, lijkt dit verschijnsel in het algemeen waar te zijn. De koppels die het basisprobleem rond besluitvorming hebben opgelost, hebben weinig problemen met het integreren van een derde. Weliswaar kost het tijd, maar het lijkt makkelijker te zijn dan het uitwerken van een methode voor het oorspronkelijke koppel. De koppels die domweg besluiten nemen door niet te beslissen hebben enorme problemen met de derde persoon, en gewoonlijk blijven zulke relaties niet lang bestaan. In die gevallen waarin het wel werkt, is dat omdat de toevoeging van de derde eist dat zowel de besluitvorming als de beslissingen zelf duidelijk en precies zijn. Het doormaken van dit proces maakt één ding overduidelijk. Een koppel dat zelf met problemen kampt, speciaal wanneer er geen duidelijke regels over besluitvorming bestaan, zet alles op het spel als ze proberen een derde in de relatie in te brengen, zelfs wanneer het slechts als ‘externe geliefde’ is. Doordat het koppel geen tijd meer neemt om hun onderlinge problemen op te lossen (vaak zijn dit onuitgesproken emoties) en doordat er liefde en ondersteuning van buiten komt, wordt de relatie van het koppel onderling kwetsbaarder. Dit zou de motivatie kunnen leveren voor het oplossen van hun problemen, maar het is waarschijnlijker dat er sprake is van een “laatste strohalm”, die uiteindelijk de normale gevoelens van jaloezie die verwerkt moeten worden niet kan doorstaan.
Het heeft ons veel energie en moeite gekost om onze regels te verwerven. Ze zijn gebaseerd op wederzijds respect en begrip voor elk persoon, welke emotionele problemen zij ook mogen hebben. De regels vereisen duidelijke, precieze en helder geformuleerde behoeften en wensen. Het is niemand toegestaan gewoon “toe te geven”, aangezien dat de basis legt voor wrokgevoelens. Een besluit dient bij consensus te worden genomen, waar we allen als individueel gelukkig mee kunnen zijn. Niemand moet gedwongen worden om wat dan ook te doen (“Er is geen dwang in de Islam”, zei Mohammed.) Het is onze liefde voor elkaar die ons “dwingt” om dingen voor het gezin en voor elkaar te doen. Het is de liefde die ons “dwingt” om met elkaar rekening te houden. Het is liefde die ons “dwingt” om met elkaars zwakheden en problemen tevreden te zijn. Het is liefde die ons “dwingt” ons gezin open te stellen voor anderen. En het is makkelijker om de derde persoon toe te voegen dan het was om een koppel te vormen. Ik verwacht, gezien de stabiliteit van ons gezin, dat we makkelijk verder kunnen uitbreiden. Maar dat moet ik meemaken om het zeker te kunnen weten.
Met liefde en zegeningen, Black Eagle