door Dik Brummel (2007) (boek)
Jaloezie is een van de sterkste emoties die er bestaan. Jaloezie treedt op als iemand van wie je houdt (ook) van een ander lijkt te houden. Een kind dat merkt dat moeder ook van vader of van een kleiner broertje of zusje houdt vertoont jaloers gedrag. Als moeder merkt dat vader een vriendin op kantoor heeft, ervaart ze dezelfde soort gevoelens en vertoont ze vergelijkbaar gedrag. We noemen dat gedrag met die bijbehorende emotie ‘jaloezie’. Een man die zijn vriendin alleen maar met een ander ziet lachen kan al in jaloezie ontsteken. Alle mensen, van alle leeftijden, kennen de jaloezie, net zoals ze honger en lust kennen.
Verlatingsangst
Jaloezie is een mengsel van angst en boosheid. De angst is verlatingsangst. Elk kind dat op de wereld komt eist aandacht en zorg. De moeder is genetisch geprogrammeerd om die zorg en aandacht te geven. Dit heet moederliefde. Deze moederliefde geeft de moeder zelf ook een geluksgevoel. Als het kind de (onvoorwaardelijke) liefde van de moeder krijgt voelt het zich gelukkig. Het kind is daarmee ‘gehecht’ aan de moeder. Men noemt dit ook liefde, men zegt dat het kind van de moeder houdt, omdat het gelukkig en blij is in de nabijheid van de moeder (de ander). Als de moederliefde ontbreekt of tekort schiet (bijvoorbeeld door ziekte of problemen), dan treden angst en boosheid op.
Onvoorwaardelijke liefde ….